Werkinstrument infectiepreventiebeleid in Vlaamse woonzorgcentra

Infectiebeheer
23/05/2022

Introductie van de auteurs:

We zijn ervan overtuigd dat dit werkinstrument een belangrijke bijdrage zal leveren in een nog betere kwaliteitsvolle uitwerking van het infectiepreventiebeleid in WZC. De kernpunten van dit werk zijn als volgt samen te vatten:

  • Algemene voorzorgsmaatregelen moeten de regel zijn.  Overdracht van micro-organismen kan voorkomen worden door het steeds en onvoorwaardelijk toepassen van de algemene voorzorgsmaatregelen bij elke bewoner: handhygiëne, persoonlijke hygiëne, hoest- en nieshygiëne.
  • Algemene voorzorgsmaatregelen hebben als doel de overdracht en de verspreiding van micro-organismen via bloed of andere lichaamsvochten, intacte en niet-intacte huid, slijmvliezen, de omgeving of zorgmaterialen te voorkomen.  Handhygiëne is de belangrijkste maatregel om overdracht van micro-organismen tussen bewoners en zorgverleners en tussen bewoners onderling te voorkomen.
  • Met reiniging en desinfectie streven we naar het verminderen van het aantal aanwezige micro-organismen. Reiniging en desinfectie zijn samen met handhygiëne de belangrijkste basismaatregelen om zorginfecties te voorkomen.
  • De bijkomende voorzorgsmaatregelen om contactoverdracht (rechtstreeks en onrechtstreeks contact) te voorkomen, bestaan uit het dragen van niet-steriele latexvrije wegwerphandschoenen en een wegwerpschort met lange mouwen.
  • De bijkomende voorzorgsmaatregel om overdracht door druppels te voorkomen bestaat uit het dragen van een chirurgisch mondneusmasker wanneer de afstand tussen de zorgverlener en de bewoner minder dan 1,5 meter bedraagt; dus zeker tijdens de zorgcontacten.
  • Een restrictief antibioticabeleid is een weldoordacht beleid, waarbij het juist aangewezen antibioticum, na een goede diagnostiek, in de juiste dosis en voor de juiste behandelingsduur wordt voorgeschreven om zo de stijging van het aantal multiresistente micro-organismen en onbehandelbare infectieziekten door antibiotica tegen te gaan.
  • Om te strijd aan te gaan met infecties met MDRO is het van het allergrootste belang dat zorginstellingen maatregelen treffen die gericht zijn op het voorkomen van verspreiding van MDRO door een optimale hand- en omgevingshygiëne. Daarnaast ook op het voorkomen van selecteren van resistente bacteriën. Er kan nu al gestart worden met een actief antibiotic stewardship.
  • Wond- en mondzorg vergen een doordacht en aangepast beleid.  
  • De omgevingshygiëne is een aandachtspunt voor de hele organisatie.
  • Een goed vaccinatiebeleid voor bewoners én personeel draagt sterk bij aan een goede infectiepreventie.
  • De arbeidsgeneeskundige dienst speelt een belangrijke rol in het preventief beleid naar het personeel toe.
  • Het WZC kan voor vele elementen zoals registratie, audit, advies en opleiding een beroep doen op collega’s en zorginstellingen. De eerstelijnszone is een zeer geschikte structuur om met lokaal overleg en samenwerking een meerwaarde te creëren in de zorg voor de bewoners in hun omgeving.  

Waar mag de bewoner op rekenen? In ons land is de ouderenzorg zeer gediversifieerd en onderverdeeld in extramurale, transmurale en intramurale zorg. De medische en paramedische ondersteuning is het grootst in de intramurale zorg. In deze zorgomgeving van WZC is de nood aan een goed georganiseerde infectiepreventie en de beheersing van zorginfecties bijna even groot als in acute ziekenhuizen. Wij kijken graag door de bril van de organisatie en de gezondheidswerker maar wat als we het nu eens omgekeerd doen. Waar heeft een bewoner zoal recht op als het over infectiebeheersing gaat?”  

  • Elke bewoner heeft recht op de toepassing van de algemene voorzorgsmaatregelen. Voldoende materiaal voor correcte toepassing van handhygiëne en persoonlijke beschermingsmiddelen is hierin slechts een eerste stap.  
  • Elke bewoner heeft recht op een correct, weloverwogen en onderbouwd voorschrijfgedrag van anti-infectieuze middelen. De arts weegt hiervoor zijn therapeutische vrijheid af tegen de specifieke gezondheidsrisico’s in de gesloten leefgemeenschap.  
  • Elke bewoner heeft binnen zijn individuele woonomgeving recht op een maximale vrijheid van beweging en een minimum van beperkingen die voortvloeien uit infectiebeheersing.  
  • Elke bewoner heeft recht op een infectiebeheersingsbeleid dat zijn privésfeer maximaal beschermt en een minimum aan sociale beperkingen inhoudt.  
  • Elke bewoner heeft recht op een heldere en werkbare communicatie van en naar een acute instelling indien transfer.
  • Elke bewoner heeft recht op een structuur voor infectiepreventie in zijn instelling.  
  • Elke bewoner en zijn omgeving hebben recht op informatie over het beleid van infectiepreventie in de instelling.  
  • Elke bewoner en zijn omgeving hebben recht op informatie over de kwaliteit van het infectiepreventiebeleid in de instelling.  
  • Elke bewoner en zijn omgeving hebben recht op een instelling waar zorginfecties lokaal worden geregistreerd en de prevalentie van multiresistente micro-organismen wordt opgevolgd.  
  • Elke bewoner en zijn omgeving hebben recht op verblijf in een instelling die maximaal inzet op transmurale samenwerking, gegevensuitwisseling en ondersteuning.